Bibliotheek
De opgang
In de zomer van 1979 trok een huis in het Gentse Patershol

de aandacht van Stefan Hertmans. De blauweregen hing bestoft

neer, maar de geur trof hem diep en bracht hem terug naar zijn

kinderjaren. Hij kocht het pand in een opwelling. Pas nadat hij

het twintig jaar later had verkocht werd hij geconfronteerd met

wat er zich tijdens de oorlog had afgespeeld. Verbijsterend was

de ontdekking dat de vroegere bewoner een ss’er was. ‘Het is

onbegrijpelijk,’ schrijft Hertmans, ‘dat alles wat ik toen al had

kunnen weten of tenminste toch vermoeden, zo gedachteloos

aan mij voorbij had kunnen gaan.’ Langzaam komt de man die

hij wil leren begrijpen in beeld, alsook zijn Nederlandse, pacifistische

echtgenote en hun kinderen, van wie de oudste zoon

een vooraanstaand Vlaams intellectueel zou worden.

Hertmans spreekt met nabestaanden, raadpleegt archieven, vindt

intieme documenten. In zijn herinnering loopt hij weer door

alle kamers die hij zo lang heeft bewoond.

In De opgang komt de lezer huiveringwekkend dicht bij een

politiek drama, dat ook een huwelijksdrama was. Opnieuw

blijkt Hertmans verbonden met een verhaal dat aan belangrijke

historische gebeurtenissen raakt. Opnieuw brengt het zijn verbeelding

en pen op briljante wijze in beweging.