
Het geluid van de klapwiekende zwanen Vermengde zich met de schreeuwen van de grutto Tot een ritmische melodie waarin het klapwieken Langzaam naar de achtergrond verstierf Boven m’n hoofd de grutto Een paar ganzen vlogen gakkend langs Mijn gedachten een andere richting nemend Maanden mij tot stilte Boven het water scheerde een zwaluw Geruisloos langs mijn spiedend oog Onwetend schijnbaar van alle geluiden Die door verstilling aanwezig onhoorbaar werden Twee zwanen namen een aanloop uit het water En verhieven zich langzaam tot hun sierlijke vlucht Ik vervolgde langzaam mijn weg over de dijk Verwondert over zoveel schoonheid @2004-05-08 Joop vd Elst


















