Op 22 juni 2020 valt de politie een loods binnen in het Brabantse Wouwse Plantage. Daar treffen agenten zeven zeecontainers aan. Zes daarvan zijn ingericht als zelfgebouwde cellen. Ze zijn geluidslicht gemaakt en bevatten handboeien aan de vloer en aan het plafond om slachtoffers vast te kunnen maken. Één laatste container is ingericht als martelkamer: er staat een tandartsstoel aan de vloer vastgeschroefd, met riemen om handen en voeten vast te binden. Ook worden in de loods wapens, politie-kleding en martelgereedschap gevonden zoals snoeischaren, tangen en zagen.

Officier van Justitie Frouke Heus gaf leiding aan het opsporingsonderzoek. Ze vertelt hoe de politie deze loods op het spoor is gekomen, hoe zij de opdrachtgever wisten te identificeren én waarom ze kippenvel kreeg toen ze bij de inval zelf de martelcontainer binnenliep.

Rechtbank:https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBAMS:2022:2384

Hof:https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:GHAMS:2023:3513

See omnystudio.com/listener for privacy information.