Een meisje dat 's ochtends naar school fietst, vindt in een veld het lijk van een jongeman, naakt en gruwelijk verminkt. Uit de autopsie blijkt dat Dimitri Verweire werd gewurgd en dat de verminkingen post mortem werden toegebracht, ogenschijnlijk om bijtsporen te maskeren. Al snel wordt een verdachte opgepakt. Steven Plehier, kamergenoot van de vermoorde jongen, bekent. Tijdens een hoogoplopende ruzie heeft hij zijn vriend gedood en het lijk in paniek gedumpt. Alles lijkt te kloppen. Op één detail na. De verminkingen. Die heeft Plehier niet toegebracht. Rechercheurs Dirk Deleu en Nadia Mendonck staan voor een raadsel.

Er duikt een nieuw spoor op als in Verweires kamer een boek wordt gevonden waarin de rituele verminking haarfijn worden beschreven. Nog griezeliger wordt het als blijkt dat Dirk Deleu in datzelfde boek een hoofdrol speelt. Waarheidsgetrouw neergezet, niet alleen als speurder maar ook als mens. Beheerst door een dwingende vraag – zijn er nog andere boeken geschreven en moorden gepleegd? – gaan Deleu en Mendonck op zoek naar de schrijver van het boek. Als ze de man op het spoor komen, verandert hun leven langzaam in een hel. Marionetten aan een touw, gemanipuleerd door een meedogenloze psychopaat. Hun toch al broze geluk wordt zwaar op de proef gesteld en vakkundig ondermijnd.

Wat drijft de moordenaar en wie is wie in dit lugubere spel zonder regels? Vragen die schreeuwen om een antwoord.